3 – Van prehistorie naar moderne tijden
Nederzettingen bij Laren, Hilversum, Nigtevecht en Weesp
De overgang van Prehistorie naar moderne tijden in het gebied tussen Vecht en Eem is nog altijd in de mist van de tijd gehuld. Er zijn twee interessante overgangsmomenten aan te geven, De overgang van jagers/verzamelaars naar de eerste boeren (van Steentijd naar de metaaltijden) en de overgang van IJzertijd/Romeinse tijd naar de (vroege) Middeleeuwen. De Aardjesberg op de Westerheide te Hilversum is een plek waar vondsten zijn gedaan uit nagenoeg alle tijden. Vooral de vondsten uit de Late Bronstijd/Vroege IJzertijd zijn voor Nederland uniek. De Westerheide bevat waarschijnlijk een van de grootste bewaard gebleven urnenvelden (begraafplaatsen) van Nederland. Het is een raadsel waarom in de loop van de IJzertijd het Gooi ineens ‘leeg’ lijkt te zijn. Waar zijn alle bewoners gebleven?
Van jagers/verzamelaars naar de eerste boeren
De Aardjesberg ligt tussen de stuwwal van Hilversum en die van Laren/Huizen en is een oorspronkelijke keileemrest met het hoogste punt op circa 15,50 m. + NAP. De Aardjesberg en omgeving vormden een zeer aantrekkelijke vestigingsplaats. Niet alleen werden hier grote hoeveelheden vuursteen gevonden en gebruikt, ook was er toegang tot (oppervlakte)water en was er een gevarieerd, voedselrijk landschap (jagen en verzamelen). Met zulke gunstige omstandigheden is het niet verrassend dat op deze Westerheide van het Goois Natuurreservaat een groot, beschermd terrein ligt van zeer hoge archeologische waarde. In de loop van de tijd zijn hier ook veel bijzondere vondsten gedaan. Een voorbeeld is een in 1988 gevonden vuurstenen, paleolithisch fragment van een type bladspits dat tot dan toe niet in Nederland was aangetroffen. Naast vondsten uit het Paleolithicum en Mesolithicum zijn ook resten aangetroffen van begravingen uit het Neolithicum-(Midden-)IJzertijd, sporen van bewoning uit het Neolithicum tot en met de IJzertijd en de Middeleeuwen – waaronder een fraaie en nog altijd duidelijk te herkennen grenswal. Omdat alle tijden zijn vertegenwoordigd valt hier op archeologisch vlak een letterlijke overgang waar te nemen van Steentijd naar metaaltijden en van een nomadisch jagersbestaan naar de eerste permanente nederzettingen.

Uitzicht vanaf de Aardjesberg te Hilversum met urnenveld en een door het ijs meegevoerde zwerfsteen afkomstig uit Scandinavie. Foto: A. Cruysheer.
Vooral de vondsten uit de Late Bronstijd/Vroege IJzertijd zijn voor Nederland uniek. Lange tijd begroef men mensen in de grond en onder grafheuvels, maar daar kwam gedurende de zogeheten Hilversumcultuur (Bronstijd) verandering in. Men ging de overledenen cremeren (verbranden) en deze nieuwe traditie zette zich voort in de IJzertijd. Echte grafheuvels zijn er sindsdien niet meer opgeworpen. Toch zijn er op de Westerheide wel drie heuvels aangetroffen die men in later tijden ook ging gebruiken voor begravingen. In één grafheuvel zijn zelfs 32 (delen van) urnen met crematieresten gevonden. Deze voor Nederland unieke vondst werd in 1855 gedaan door de Hilversumse notaris Albertus Perk en de lokale veldwachter. Maar er werden vooral vele kleine heuveltjes opgeworpen waarin een asurn werd ingegraven. Door dit gebruik wordt wel gesproken over de ‘Urnenveldencultuur’ (1100-500 v.Chr.). Vanaf de jaren ’30 van de vorige eeuw hebben amateurarcheologen vele waarnemingen gedaan. Hieruit kan worden afgeleid dat de Westerheide qua oppervlakte waarschijnlijk een van de grootste bewaard gebleven urnenvelden van Nederland bevat (circa 700 bij 900 meter).
Verdwenen bewoners, een milieuramp?
Hoewel in de Late Bronstijd en Vroege IJzertijd het aantal inwoners in het Gooi tot grote hoogten klimt, lijkt het in de loop van de IJzertijd ineens gedaan met de welvaart. Vanaf die tijd worden nog maar sporadisch vondsten gedaan. Het lijkt er ook op dat het gebruik van het grafveld in de Midden IJzertijd is gestopt. Waar men toen is gaan wonen en waarom precies, is onbekend. Uit onderzoek blijkt dat vanwege het intensieve gebruik van het gebied door de bewoners – in de Midden Bronstijd leidde dit al tot de aanwezigheid van grote stukken heide – de grond steeds meer verschraalde, met name in de armere delen van het landschap. Wellicht namen de nederzettingen dusdanige vormen aan dat er op kleine schaal een milieuramp plaatsvond. Maar er zijn ook andere verklaringen mogelijk, bijvoorbeeld de introductie van ijzeren landbouwwerktuigen als de ploeg. Dit leidde mogelijk tot een trek naar de meer vruchtbare, kleirijke gebieden van de Vechtstreek en wellicht ook naar de Eemstreek of de hoogveengebieden aan de randen van het Gooi. Of heeft er misschien een epidemie onder mens of dier geheerst? We kunnen er slechts naar gissen. Misschien dat onderzoek in de toekomst meer duidelijkheid kan geven.

Opgraving van de boom- stamkano uit de IJzertijd te Nigtevecht, Foto: Rijks- dienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM).
De Vecht in de IJzertijd druk bevaren
In de Vechtstreek duiken de laatste jaren steeds meer vondsten uit de IJzertijd en de Romeinse periode op. Bijzonder zijn enkele IJzertijdkano’s, zoals de rond 1880 bij de uitbreiding van Fort Nieuwersluis gevonden uitgeholde boomstam ‘die kennelijk tot een schuitje had gediend’. Eind jaren ‘50, begin jaren ’60 van de vorige eeuw werd te Nigtevecht ‘een overblijfsel van een primitief vaartuig’ aangetroffen. Een unieke vondst, die helaas niet nader werd onderzocht. In 1987 vonden twee jongens pal ten noorden van de kern Nigtevecht in de Aetsveldse polder een eikenhouten boomstamkano van 8,5 meter lang, tezamen met enkele scherven. Nader onderzoek wees uit dat het ging om een voertuig uit ca. 600 v.Chr.
Er zijn meer vondsten bekend in de Vechtstreek uit de IJzertijd en de Romeinse tijd. Een duidelijke nederzetting werd slechts twee kilometer noordelijker dan de aangetroffen boomstamkano gevonden, in het Noord-Hollandse deel van de Aetsveldsche polder ten zuiden van Weesp. In 1958 ontdekte de Stichting voor Bodemkartering uit Wageningen hier een IJzertijdvindplaats uit de Midden en Late IJzertijd. In 1966 werden hier bij opgravingen, naast aardewerk, ook houten paaltjes, een bronzen mantelspeld, een weefgewicht, spinklosjes, ijzerslakken en beenderen van huisdieren en steur gevonden.
De conclusie luidde dat de oeverwal omstreeks 300-200 v.Chr. intensief bewoond moet zijn geweest. Romeinse vondsten uit de 1e, 2e en 4e eeuw n.Chr. zijn onder meer uit de grond gekomen te Vreeland, Nederhorst den Berg en Muiderberg. Uit Loenersloot is een prachtige Romeinse grafsteen uit de 2e eeuw bekend, waarvan de oudste gegevens stammen uit de 16e eeuw. Het is nog onduidelijk of deze ter plaatse is opgegraven.
Alle bekende IJzertijd-vindplaatsen liggen op de stroomrug van de oorspronkelijke loop van de Vecht/Angstel. Vindplaatsen uit de IJzertijd in het noordelijk deel van de Vechtstreek zijn tot nu toe alleen bekend uit Baambrugge en in de Aetsveldsche polder tussen Abcoude en Weesp. Mogelijk duiden de boomstamkano’s bij Nigtevecht op een derde nederzetting. De nog weinig onderzochte Vechtstreek vormde in de IJzertijd en de Romeinse tijd een verbindende schakel tussen het Oer-IJ/Noord-Hollandse strandwallen en het Midden- en Zuid-Nederlandse rivierengebied. Mogelijk vormde het Gooi vooral in het begin van de IJzertijd deze verbindende schakel.

Afbeelding Romeinse grafsteen uit de 2e eeuw n.Chr. te Loenersloot, op detail van de ‘Nieuwe Kaert van Loenen’ van C.C. van Bloemswaerdt.

Scherf uit de Romeinse tijd (3e – 4e eeuw) met enkele ingekraste letters, gevonden op de Aardjesberg te Hilversum. Symbool voor de overgangs- periode van Prehistorie naar moderne tijd.
Foto: A. Cruysheer.

Typische IJzertijdscherven met vingertopindrukken ter versiering,
gevonden op de Westerheide te Hilversum.
Foto: A. Cruysheer.
Archeologisch detectivewerk
De afname in vondsten na de Bronstijd in het Gooi en de toename van vondsten in vooral de Vechtstreek uit de IJzertijd en de Romeinse tijd lijken met elkaar in verband te staan. Het lijkt er sterk op dat men in die tijd, na een periode van vele duizenden jaren, uiteindelijk overstapte naar minder jacht en juist meer landbouw, veeteelt en visserij. De vroegste bewoningsgeschiedenis van Gooi-, Eem- en Vechtstreek kan alleen worden gereconstrueerd aan de hand van vondsten uit de bodem. Voor archeologen is elke vondst weer een nieuw puzzelstukje dat daaraan bijdraagt – net zoals een vingerafdruk belangrijk is voor een detective. Het blijft daarom van groot belang dat vondsten altijd gemeld worden, dat hiervoor in de toekomst meer aandacht komt en dat er meer archeologisch onderzoek plaatsvindt.
Relatie met de Landelijke Canon
- Venster 1: Hunnebedden (3000 jaar v. Chr.)
- Venster 2: De Romeinse limes (47 – ca. 400)
Relatie met de Geschiedenistijdvakken
- De tijd van jagers en boeren (tot het jaar 0)
- De tijd van Romeinen en Germanen (0 – 500)
: klik op de knop voor de onderwijsprojecten van de Stichting Omgevingseducatie.
- Graven in de ijzertijd van Weesp – prehistorie
– basisschool groep 5, 6
: klik op de knop voor de verdiepingsonderwerpen.
- de IJzertijd en Romeinse tijd van het Gooi: artikel van Anton Cruysheer (2008)
- de IJzertijd en Romeinse tijd van de Vechtstreek: artikel van Ruud Kok (2008)
Zoeken en bekijken
Literatuur
- R. Blijdenstijn, Tastbare Tijd. Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht. Provincie Utrecht, 2005.
- A.T.E. Cruysheer, De IJzertijd en Romeinse tijd van het Gooi. In: Jaarboek 2008 van de archeologische afdeling Naerdincklant, Weesp, 2009.
- R. Kok, De IJzertijd en Romeinse tijd van de Vechtstreek. In: Jaarboek 2008 van de archeologische afdeling Naerdincklant, Weesp, 2009.
- E.J. Pelgrim, De bewoners van het Gooi, Perioden en culturen. In: Eigen Perk (Themanummer archeologie), 12e jrg., nr. 3. pp. 95-99, 1992.
- W.H. Wimmers, Archeologisch onderzoek akker Aardjesberg, In: Jaarverslag Naerdincklant 1990, pp. 20-22, 1991.
- W.H. Wimmers, Een archeologisch onderzoek in de akker van de Aardjesberg, Westerheide, gem. Hilversum. De staat van het monument en de aard van de vindplaats, In: Staring Centrum, Rapportnr. 122, 1991.
- W.H. Wimmers, Het urnenveld op de Westerheide bij Hilversum, Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 68. (I.P.P.-publicatie 527), pp 117-143, 1988.
- W.H. Wimmers, W. Groenman-van Waateringe en T. Spek, Het culturele erfgoed van een natuurgebied. Honderden eeuwen menselijke activiteit in het natuurlandschap van de Bussumer- en Westerheide,Historisch-Geografisch Tijdschrift11, pp. 53-74, 1993.
- W.H. Wimmers en R.R. van Zweden, Archeologische en historisch-geografische elementen in een natuurgebied. Antopogene achtergronden van de Gooise natuurgebieden. Rapport 143, DLO Staring centrum, Wageningen, 1992.
- D.Z. Zeiler, Onder de hei, Archeologische en historisch-geografische landschapselementen in het Gooi, pp. 35-50, 1994.
- R. de Zwarte, Sporen van prehistorische bewoning in de Vechtstreek. Westerheem 31, pp. 90-100, 1982.
Te raadplegen websites
Wikipedia – IJzertijd
Europa in de Bronstijd
Archeologische Werkgemeenschap Naerdincklant
Te bezoeken plekken
De Aardjesberg en Westerheide in het Goois Natuurreservaat.
Gemeentemuseum Weesp
Nieuwe tijd | 1500 – heden |
Late Middeleeuwen | 1050 – 1500 n.Chr. |
Vroege Middeleeuwen | 450 – 1050 n.Chr. |
Romeinse tijd | 12 v.Chr. – 450 n.Chr. |
Late IJzertijd | 250 – 12 v.Chr. |
Midden IJzertijd | 500 – 250 v.Chr. |
Vroege IJzertijd | 800 – 500 v.Chr. |
Late Bronstijd | 1100 – 800 v.Chr. |
Midden Bronstijd | 1800 – 1100 v.Chr. |
Vroege Bronstijd | 2000 – 1800 v.Chr. |
Neolithicum (nieuwe steentijd) | 5300 – 2000 v.Chr. |
Mesolithicum (midden steentijd) | 8800 – 4900 v.Chr. |
Paleolithicum (oude steentijd) | 300.000 – 8800 v.Chr. |