Organisatie voor regionale geschiedenis in het Gooi en aangrenzende gebieden
Random header image... Refresh for more!

Geuzen en papen. Discussie tussen lezers en schrijvers

Op vrijdagmiddag 2 mei kwamen zo’n 20 lezers en schrijvers van het boek Geuzen en papen – katholiek en protestant tussen Vecht en Eem 1550-1800 samen in de Wilhelminakerk in Bussum om onder leiding van Jan Vollers, voorzitter van TVE, van gedachten te wisselen over het boek. De discussie werd geopend door ds. Peter Korver, historicus en theoloog, die op verzoek van TVE een uitgebreid referaat hield over het boek. Hij begon met zijn grote waardering uit te spreken voor Geuzen en papen, plaatste vervolgens enkele kanttekeningen (zo mistte hij een kaart van het gebied) en stelde ten slotte een aantal principiële vragen aan de orde. Daarna werden er ook door anderen punten voor de discussie aangedragen. Ik probeer hieronder de belangrijkste onderwerpen te reconstrueren zonder precies het verloop van het gesprek te volgen en zonder in te gaan op alle opgeworpen vragen.

Waarom ‘Geuzen en papen’?
De eerste vraag was, waarom de zakelijke titel van het onderzoeksproject Katholiek en protestant vervangen is door Geuzen en papen. Het eerste woord, geuzen, werd door de betrokkenen als eretitel gebruikt, terwijl het tweede, papen, een scheldwoord was.

De redacteuren van het boek gaven aan, dat er meerdere redenen waren om desondanks voor deze titel te kiezen. De eerste is, dat deze prikkelend is en de aandacht trekt, terwijl de ondertitel Katholiek en protestant tussen Vecht en Eem zakelijk aan geeft waar het boek precies over gaat. Maar de termen geuzen en papen geven ook aan, hoe men in die tijd over elkaar dacht en sprak. In protestantse bronnen komen regelmatig termen voor als papen en paepsche stoutigheden, terwijl de katholieken over de gereformeerden spraken in termen van ketters en geuzen; voor hen had die laatste term allesbehalve een positieve klank. Het gebruik van de termen Geuzen en papen in de titel, zet de verhoudingen meteen op scherp.

De periode 1550-1800
Een tweede vraag van ds. Korver was, waarom de redactie de behandelde periode niet bepekt heeft tot ca. 1650, toen de verhouding tussen protestanten en katholieken zich gestabiliseerd had. Aan de 18e eeuw is maar zo’n 45 pagina’s besteed. Komt die eeuw zo wel tot zijn recht?

Toen het project Katholiek en protestant startte, hadden de organisatoren aanvankelijk een straffe, seriële aanpak voor ogen. Voor alle plaatsen zou een zelfde lijst onderzoeksvragen afgewerkt moeten worden. Maar bij een groep van zo’n 15 onderzoekers leven verschillende interesses. Wil je iedereen motiveren om aan een zo tijdrovend, intensief onderzoek mee te doen, dan is ruimte en vrijheid nodig. Vandaar dat we later de leuze lanceerden: laat duidend bloemen bloeien.

Over de 18e eeuw is in het boek trouwens meer geschreven, dan de twee bijdragen in het deel Nieuwe Tijden dat expliciet over de 18e eeuw gaat. Zo kwam in het artikel over Hilversum ook de scheuring in de Katholieke Kerk tussen Oud- en Rooms-katholieken uitvoerig aan de orde en werd er in enkele andere bijdragen bijvoorbeeld aandacht besteed aan de deelname van katholieken aan de patriottenbeweging eind 18e eeuw. Achttiende-eeuwse tolerantie op dorpsniveau wordt niet alleen beschreven in het gelijknamige artikel, maar komt ook tot uitdrukking in andere artikelen, zoals de dominee en pastoor van Blaricum die gebroederlijk bidden aan het bed van de schout wiens been werd afgezet.

Niet alle protestanten waren gereformeerden
Meerdere aanwezigen stelden, dat de gereformeerden niet de enige en eerste protestanten waren. Dat is natuurlijk zo. In het boek wordt aandacht besteed aan de jonge lutheraan Anthonis Frederiksz. uit Naarden die in 1529 op de brandstapel eindigde (en niet onthoofd werd zoals abusievelijk in een van de artikelen stond). In Huizen waren er al vroeg wederdopers, net als in Bunschoten. Jaap Groeneveld wees op het feit, dat de genoemde dorpen uiteindelijk beide als hele gemeenschap streng hervormd/gereformeerd zijn geworden.

In het gesprek komt naar voren, dat de Gereformeerde Kerk niet meteen gegeven was. Zij kreeg pas in de loop van de tijd haar vorm en aanhang. De doopsgezinden waren ‘fijn’; het is dus niet zo verwonderlijk, dat zij uiteindelijk opgingen in de fijn-calvinistische gemeenten van Huizen en Bunschoten.

Hierbij kwam ook de hypothese van Ruud Hehenkamp ter sprake. In zijn artikelen over Huizen laat Ruud zien, hoe de plaats langzaam protestant is geworden en pas in de 19e eeuw, toen ze definitief een vissersplaats werd, een dorp van streng calvinistische snit, terwijl de andere dorpen in het Gooi katholiek bleven. De hypothese houdt in, dat de boerendorpen vasthielden aan de collectieve katholieke cultuur die met de gang van het boerenleven verweven is, terwijl de visser op zee daar alleen is met zijn God; het calvinistische geloof past bij het visser-bestaan.

Dat een vissersplaats als Volendam toch helemaal katholiek is gebleven, hangt ongetwijfeld samen met de bijzondere geschiedenis van het dorp, dat gesticht zou zijn door achtergebleven Spanjaarden. Het is trouwens so wie so altijd van belang om niet te snel van algemene theorieën uit te gaan, maar per geval precies te onderzoeken, hoe het historisch verloop was.

Reformatie in Brabant
Peter Korver vraagt ook nog of er contact geweest is met dr. Gerard van Gurp over zijn boek Reformatie in Brabant en de daarin ontwikkelde inzichten. Nu is het boek van Van Gurp pas verschenen toen Geuzen en papen zo ongeveer naar de drukker ging. Van contact vooraf kon dus geen sprake zijn. Daarna trouwens wel. Gerard van Gurp was tot ons genoegen aanwezig bij het symposium van 2 november waarop Geuzen en papen werd gepresenteerd en moest zich tot zijn spijt afmelden voor de discussiebijeenkomst.

In de onderzoeksgroep is Reformatie in Brabant dus niet meer besproken, maar ondergetekende heeft het wel gelezen en er een uitvoerige recensie over geschreven in het tijdschrift voor religie, cultuur en samenleving Trajecta. Twee punten zijn op 2 mei naar aanleiding van dit boek besproken.

Allereerst de opvatting van Van Gurp betreffende de bekende these van de befaamde Nijmeegse historicus Rogier, dat Brabant katholiek zou zijn gebleven omdat het pas later onder de Republiek der Verenigde Nederlanden kwam en al sterk de invloed had ondergaan van de katholieke Contra-reformatie. Die these is niet houdbaar. Van Gurp toont aan, dat toen de protestanten de baas werden in Brabant er van contra-reformatorische invloed nog helemaal geen sprake was geweest en dat de dorpen toch katholiek bleven. Ook voor ons gebied geldt dat. Pas rond 1650 werd hier de invloed van de Contra-reformatie voelbaar, bijvoorbeeld toen Naarden een jezuïetenstatie werd, terwijl het gebied al sinds 1578-1580 onder protestants bestuur stond en voor een groot gedeelte katholiek bleef.

Een tweede gevolgtrekking uit de Reformatie in Brabant wordt ook wel door óns onderzoek ondersteund. De Reformatie is niet primair een sociale beweging, maar kent vooral religieuze motieven. Er is echter wel een duidelijke sociale component. Dat met name de stad Den Bosch al vroeg een levende gemeenschap protestanten in haar midden had (20% van de bevolking), hangt sterk samen met de contacten die er bestonden tussen de kooplieden van Den Bosch en die van Antwerpen, Gent en andere Zuid-Nederlandse steden, waar het calvinisme juist onder de kooplieden-klasse grote aanhang bezat.

Om 17.00 uur moest de voorzitter de gedachtewisseling sluiten, omdat dat tijdstip met de kerk was afgesproken. Het was, zoals hij stelde, een levendige en interessante discussie geweest. Voor redactie en auteurs van het boek, voeg ik er aan toe, ook heel belangrijk, omdat zij zo gedwongen werden expliciet na te denken over allerlei zaken, die in het boek wellicht min of meer als vanzelf zijn neergeschreven.

Tot slot. Voor het bestuur van TVE had ds. Korver nog een dringende wens. Hij ziet Geuzen en papen als deel 1 van een regionale reeks en hoopt dat er op enigerlei wijze nog aan een vervolg gewerkt gaat worden, een wens die prof. Van Lieburg op het symposium van 2 november trouwens ook al geuit had. Waarvan acte.

Henk Michielse